Trekking door Zuidelijk Baliem
Na het avontuur in de jungle gingen we terug naar ons lokaal huisje in Wamena – hotel Rainbow. We werden er opnieuw zeer vriendelijk onthaald en ze waren zeer benieuwd naar onze verhalen.
’s Avonds aten we in het restaurant van het hotel en nodigden we Wendius uit voor het diner. Als echte Belgen hadden we nu wel echt zin naar een biertje, maar ook dit bleef bij een wens. We vroegen aan de hoteluitbater dat er nu echt niemand is die hij kent die hier of daar enkele blikjes bier verkocht.Maar alcohol vinden in een islamitisch land is een utopie. De enige die we vonden waren alcoholvrij. Opeens haalde hij een blikje Heineken boven, die hij vermoedelijk meegesmokkeld had vanop het vliegtuig en bood het ons aan. We verdeelden het blikje over vier glazen, en nog nooit heeft een biertje gesmaakt.
Omwille van alle gevolgen door verlate vluchten konden Ellen en Jill maar slechts twee dagen meegaan op trekking naar de Baliem Vallei, want ze moesten op tijd hun vlucht halen naar Jayapura, waar ze een bufferzone hadden ingepland.Guy, Lindsey en ikzelf gingen onze terugticket naar Jayapura enkele dagen verlaten. Met de nodige hulp van Wendius konden we dit zonder een probleem verzetten.
We gingen opnieuw met Wendius in zee om een trekking te doen door de Baliem Vallei. We konden het risico nemen om een andere gids te zoeken, maar dat ging tijdverlies zijn, en wie weet kwamen we niemand tegen. Verder waren we ookvrij tevreden over Wendius als gids. Het onderhandelen over de prijs ging nog moeizamer, maar we kwamen opnieuw tot een overeenkomst. De volgende dag deden de nodige boodschappen samen met Famuka en Wendius. We mochten zelf mee beslissen om wat we wilden eten.
We besloten om niet naar het ”toeristisch noordelijke gedeelte” te gaan van de Baliem Vallei, waar je onderandere de mummie kan bewonderen, die overal op internet terug te vinden is, en tegen betaling een foto mag nemen. Verder opteerden we ook niet om een varkensfeest te financieren. Het kan wel een unieke belevenis zijn, maar twijfelden nog aan de authenticiteit. De Baliem Vallei is ook een “vrij toeristische” plaats in Papoea.
We kozen bewust voor het zuidelijke deel van de Baliem Vallei. Het werd een 3 daagse trekking :
Dag 1 : trekking Sugokomo – Kilise
Dag 2 : trekking Kilise – Syokosimo
Dag 3 : Syokosimo – Wamena
Nog niet volledig uitgerust van het ene avontuur vertrokken we de volgende dag richting Baliem Vallei. We werden opgehaald door 2 jeeps en verdwenen uit het centrum van Wamena. We maakten nog even een stop voor de laatste boodschappen te doen. Op de levendige markt zagen we waar de Yali’s, Dani’s en Lani’s hun kleurrijke waren verkochten. We zagen ook hoe ze hier aan afvalverwerking doen....triestig. Alle afval wordt gewoon in de rivier gegooid. Recycleren kennen ze hier echt niet.
Na ongeveer een uur rijden kwamen we op de startplaats waar we onze dragers ontmoeten. De boodschappen werden verdeeld over de dragers en begonnen we aan een nieuw avontuur. Na ongeveer een halfuurtje stappen kwamen we aan onze eerste hindernis namelijk een vrij brede kolkende rivier. De overkant droog bereiken was ons doel. 2 Papoeas namen elkaar polsen vast waarop de “lady’s” één per één mochten plaatsnemen en zo werden ze tot aan de overkant gedragen van de rivier. Wij (Guy en ikzelf) moesten door de kolkende rivier ons evenwicht zoeken op de losliggende stenen en kregen hulp van hen om zonder te vallen en droog de overkant te bereiken. Een eindje verder werd onze surat jalan afgegeven en afgestempeld en kon de eigenlijke trekking beginnen. Het weer was tot in tegenstelling in de jungle zalig om in te wandelen. Af en toe een fris briesje die voor verkoeling zocht. Het leek “peanuts” te worden in vergelijking met het wandelen in de jungle, maar na enkele uren begonnen de smalle stijgende en dalende paadjes met af en toe klauterwerk over stenen omheining. We beseften vrij snel dat deze keer niet het weer maar wel de omgeving was die de trekking vrij pittig zal maken. In het zuidelijk deel van de Baliem zijn de bergen hoger en moeilijker begaanbaar.die voornamelijk door glooiend heuvellandschap gaat. Alle inspanning is echter niet voor niets, want door de ontoegankelijkheid van het gebied komen we in dorpjes waar de tijd lijkt stil te staan. De Dani-hutten in hun ommuurde terrein staan dichter op elkaar. We zien veel minder westerse kleding. Vooral oudere mensen dragen nog alleen een peniskoker of een rieten rokje, ook 's avonds als het toch behoorlijk fris wordt in de bergen.
Soms moet je een stuk langs afgronden dus je moet geen hoogtevrees hebben. Af en toe maakten we stops en genoten we van de schitterende panoramazichten over de groene onderhouden akkers die omringd zijn door muurtjes van stenen, die voorkomen dat de vruchtbare aarde wegspoelt en dat hun varkens weglopen. In het midden zie je de kolkende Baliemrivier. De zichten zijn echt adembenemend.
Overdag gaan de Dani hoog in de bergen werken op hun ingenieuze akkers. In de middag zie je ze terugkeren naar hun compounds en kom je af en toe een naakte Dani krijger tegen met zijn koteka en de gekende rode verenmuts. Zelfs droegen we alleen onze dagrugzak met daarin water en een trui waren we opnieuw volledig bezweet. We passeerden kleine dorpjes en kwamen na een 5 uur wandelen aan in onze eerste overnachtingsplaats. Het waren redelijk ruime compounds met dunne matrassen op de grond. We bevestigen onze muskietennetten aan het plafond, en daar er geen elektriciteit was maakten we alles al klaar om straks zonder veel problemen te gaan slapen. Opeens kwamen er een tal van Dani mensen uit de omgeving en begonnen ze hun koopwaar neer te leggen...Ze zien dat er toeristen zijn en proberen een duitje bij te verdienen. Er lag een diversiteit aan (gebruikte) koteka’s, halskettingen en de geweven noken(draagtassen). In de vooravond werden de meisjes door Famuka opgehaald en besloten ze samen met Famuka spaghetti klaar te maken. Bij kaarslicht genoten we van de lekkere spaghetti en hebben we onze laatste avond samen gevierd.
De dag nadien vertrok Ellen en Jill met een drager opnieuw richting Wamena, waar ze de volgende dag terugvlogen naar Jayapura. Die nacht was het echt koud en kwam het thermisch ondergoed echt van pas. ’s Morgens werden we omstreeks 6u gewekt en na een stevige maaltijd van pannekoeken namen we afscheid van Jill en Ellen en gingen we met ons 3 verder met Wendius, Famuka en enkele dragers. De tweede dag van de trekking werd nog pittiger dan de eerste dag, en werd nog bemoeilijkt door een hevige regenbui, waardoor de paden echt modderig werden. We moesten bij het dalen echt oppassen dat we niet uitglijden en moesten ons vasthouden aan alles wat in de nabijheid stond. Vandaag moesten we ook 2 gammele hangbruggen trotseren. We schuilden voor de regen bij enkele oude Dani vrouwen die fruit verkochten. Ze toonden hun handen die enkele vingerkootjes miste. Vroeger werden er bij de Dani vrouwen vingerkootjes afgehakt als rouwritueel bij overlijden in de familie. Je zal maar uit een grote familie komen waarvan al vele mensen overleden zijn...
Nadat de grootste regenvlaag gepasseerd was trotseerden we onze eerste lange hangbrug, die er nu nog gladder bij lag dan voorheen. Terwijl we door het heuvelachtige landschap wandelden bewonderden we de terrasvormige akkers waar de vrouwen aan het werk waren, en kwamen zo opeens aan onze tweede hangbrug terecht. Het was er een volledig gemaakt uit rotan en lianen. Er kwam geen enkele schroef bij te pas. Bij het oversteken zag je de kolkende rivier hevig te keer gaan en kreeg je een verfrissende douche van de nevel van het opspattende water. Halverwege de middag kwamen we aan bij onze tweede overnachtingsplaats. Het was nog meer basic dan de eerste. Ook hier kwamen ze tal van attributen te koop aanbieden. Iedereen had zo zijn specialiteit, de ene was gespecialiseerd in juwelen, de andere in speren en bijlen, nog andere verkochten koteka’s en enverenmutsen...Het leek op een kleine markt. Hier zag je dat het toerisme al meer gekend is dan bij de Korowai. Bij het nemen van foto’s vroegen ze hier om geld. Gelukkig waren we hiervan op de hoogte voor vertrek en was dit ingecalculeerd in de reissom, waardoor Wendius dit afhandelde voor ons.
In de late middag gingen we enkele lokale huisjes gaan bezoeken. Al puffend moesten we steile smalle paadjes trotseren, dit in tegenstelling tot de naakte gespierde Dani man die blootvoets met een boomstam op zijn schouder naar boven liep. Het moet blijkbaar een komisch gezicht geweest zijn, want de vrouw met baby op de rug die achter ons wandelde lachte continu met ons. Volledig uitgeput kwamen we boven bij de compounds en moesten we eerst toestemming krijgen om hun woningen te betreden. Dani huizen worden gekenmerkt doordat de mannenhuizen rond zijn. De vrouwenhuizen zijn langwerpig. De kinderen slapen samen met de vrouwen in de vrouwenhuizen. De mannen slapen bij elkaar in één huis. Getrouwde Dani's slapen nooit samen in één huis. Op de huizen is een dik rieten dak. Toen we aankwamen in het dorp kwamen de mannen en vrouwen naar ons toe en schudden ons de hand met de woorden:"wawawawawawawawawawawawa!". Nadat we toestemming hadden om de mannen-en vrouwenhuizen mochten bezichtigen zagen we hoe ze hun aanrdappelen, groenten en vlees “stomen” in een put onder de grond met gloeiende stenen. De Dani stam zijn echte boeren, telen groenten en fruit en bewerken nog steeds hun akkers met stenen bijlen. Na het boeiende bezoek in diverse huisjes wandelden we terug naar onze overnachtingsplaats. De vermoeidheid eiste zijn tol, en van elk moment dat we konden probeerden we wat te rusten. Tot op heden hadden we weinig dagen gehad om opnieuw even op krachten te komen. Na het avondmaal bij kaarslicht en het licht van onze hoofdlamp begaven we ons naar ons slaapvertrek. De volgende dag vertrokken we met verzuurde spieren aan de laatste dag. Volgens Wendius was het vandaag een kortere wandeling, maar zoals eerder ervaren is hun inschatting in tijd niet hun sterkste kans. Het werd een wandeling van het verste punt van de trekking terug naar de vertrekplaats. Gelukkig kregen we een helpende hand van de dragers om zonder veel te vallen de steile dalingen heelhuids beneden te komen. We wandelden doelloos langs smalle paadjes die zigzaggend naar beneden liepen. We zagen aan de andere kant van de rivier onze eerste overnachtingsplaats. We moesten nog volledig dalen tot aan de rivier waar een lange hangbrug onze laatste oversteekpunt was. Vandaar was het bekend terrein en moesten we terugwandelen naar de plaats warar de jeep ons heeft afgezet. Eigenlijk kan je de trekking in enkele stappen samenvatten :
- Vertrekken en bergkam trotseren om nadien weer halverwege te dalen waar de eerste overnachtsingplaats is
- De tweede dag daal je af tot aan de rivier waar je de rivier oversteekt, opnieuw stijgen tot je enkele bergkammen hebt overwonnen om nadien te slapen op het verste punt van de trekking.
- De derde dag is de terugtocht langs de andere kant van de rivier.
Uitgeput maar volgedaan en vele foto’s rijker komen we aan bij de jeeps. Achterin zaten de 6 dragers, wij zaten met ons 3 op een bank en Wendius zat voorin naast de chauffeur. Op de terugweg werden we getrakteerd op gezangen door de dragers. In meerdere stemmen zongen ze een bedankingsliedjes en andere liederen. Het waren liedjes over de dragers die terug gaan naar hun vrouwen en geld hebben verdient en zo weer iets kunnen kopen voor hun huishouden. We kwamen in een soort trance door de hemelse gezangen. Het zijn net zo’n dingen die alles hier zo uniek en onvergetelijk maakt.
’s Avonds liepen we wat rond op straat en zagen we dat ze heerlijke martabak aan het bereiden waren. We bestelden een heerlijke martabak met chocolade hagelslag en choco. Heerlijk om eens iets anders te eten dan rijst. We likten onze vingers af en gingen vermoeid naar bed, want de volgende dag moesten we om 6u aan de luchthaven zijn voor de eerste vlucht richting Jayapura.
.
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}